Bedankt Nick

We zitten in de lounge van het hotel en hebben het over muziek. Met z’n tweeën zitten we hier. Verder niemand. Mooi is dat. Een weekend lang zijn we op stap met de collega-journalisten. We moeten iets over Vilnius schrijven. Op onze eerste stadstoer van vanmiddag zagen we, tot onze verbazing, een plots standbeeld van Frank Zappa voorbijschieten. Nick zag hem het eerst. Heb me kapot gelachen wat de collega’s later over die stad zouden publiceren. Zo hebben sommige inwoners het helemaal niet echt op Russen. Ook niet op Europeanen, eerlijk gezegd. Het land voelt zich klem zitten tussen problemen die ze zelf niet hebben veroorzaakt. Maar ja: als je voor een reistijdschrift werkt, schrijf je daar niet over. Anders komt er geen toerist op af. Vooral het drinkend imago van journalisten wordt twee dagen lang door ons stevig vormgegeven. Nick en ik wisselen vurig ideeën over muziek uit en borrelen er op los. De collega laat me Bill Evans horen, het nummer “Waltz for Debby”. Nog nooit heb ik van de jazzpianist gehoord. Zijn muziek klinkt als vrede na een moeizame monoloog met hart en ziel. Zenworstelen met de menselijke conditie. Het wordt later en later en de lounge blijft leeg. Op hier en daar de vraag van de bediening na of we nog wat willen drinken. Ja, die lekkere wodka graag. We hebben het gezellig in Hotel Vilnius te Litouwen. Ons hotel is goed en van alle gemakken voorzien. En dan bedoel ik ook van alle gemakken.

We nemen afscheid en ik loop diep in de nacht naar mijn hotelkamer. Met douche, bad en jacuzzi. Met audiotheek en beeldscherm met filmabonnement en een maximaalgrote minibar. Alles op kosten van de zaak. In de lorum lig ik in de watten en luister naar muziek als er op de deur wordt geklopt. In de opening staat een nogal aantrekkelijke vrouw. Die mij haar diensten aanbiedt, begreep ik meteen, al versta ik haar niet. Onhandig stotter ik een allesbehalve mannenantwoord dat mijn vriendin dat niet zo leuk zal vinden. Ze verstaat me niet, maar begrijpt me wel, loopt glimlachend langs me heen en legt iets op mijn kussen. Weer glimlacht ze als ze zich langs me heen wurmt. Ik hoor haar nylons slissen. Zonder verder iets te zeggen trekt ze de deur dicht. Hier sta ik dan met een halve erectie. Pas als ze weg is, zie ik dat ze een snoepje op mijn  kussen heeft gelegd. LSD natuurlijk, denk ik geil en dronken. Als ze terugkomt, zal ze me verkrachten, Debbie. Maar nu sta ik hier, alleen, en kijk uit over de lichten van de stad. Waar ergens in een buitenwijk van Vilnius Frank Zappa het toch wel verdomd koud moet hebben.                   

← Terug naar Schrijver